SLIEDRECHT – ,,Wat is het hard gegaan. Wat vliegen die 518 kilometers toch snel onder je voeten door.” Hiermee begint Hans Emmen, de leider van het Sliedrechtse Roparun-team Steamwork 293, aan zijn terugblik op het voorbije Pinksterweekend waarin de teamleden voor het derde achtereenvolgende jaar deelnamen aan de bekende non-stop estafetteloop van Parijs naar Rotterdam voor mensen met kanker.
,,Vrijdagmorgen om tien uur verzamelden we in Sliedrecht. Lekker een dag voor de start al naar Parijs, geen gestress bij het weggaan. De campers werden ingericht door de campercrew, de fietsers maakten hun bikes in orde en ook de reservefietsen werden voorzien van snelkoppelingen om de zadels te verstellen. Bovendien werd er extra verlichting gemonteerd en zijn de fietsen voorzien van de noodzakelijke GPS-apparatuur. De chauffeurs richtten de busjes in met telecommunicatie en zorgden ervoor dat de hesjes voor de nacht klaar zouden liggen. De lopers verrichtten hand- en spandiensten.”
‘Heerlijk ontbijt’
,,Om twaalf uur gingen we op weg naar Parijs. Helaas arriveerden we met tweeënhalf uur vertraging in het hotel. We moesten snel eten om niet te laat te komen voor de rondrit door hartje Parijs. Om middernacht waren we terug in het hotel en kropen we gauw ons bedje in. ‘s Morgens om acht uur zaten we aan een heerlijk ontbijt en maakten we ons klaar voor de start. Om elf uur reden we het startterrein op en maakten we ons eerste kippenvelmoment mee toen we de startboog zagen van de Roparun. Daar zou het gaan gebeuren. Om 14.20 uur startte het allereerste team. Hier wilden we allemaal bij zijn. 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 … en daar ging de Roparun los.”
‘Hectisch begin’
,,Wij maakten ons op voor de eerste shift van 49 kilometer. De eerste negen kilometer liepen we door de stad en werden we niet begeleid door onze busjes. De lopers moesten op de fiets mee om te wisselen. Een hectisch begin. Parijs was inmiddels verlaten toen we onder de brandende zon (tot 37 graden op het warmste punt) de eerste teamwissel plaatsvond. Eindelijk mocht ook het andere team van start. Ze gingen de avond in en mochten genieten van de ondergaande zon. Gelukkig verkoeling, maar helaas ook regen. Doorweekt kwamen de fietsers en lopers aan op het wisselpunt. Ze konden gaan slapen. Team I ging de nacht in en liep als een speer. Het was inmiddels gestopt met regenen. Zondagmorgen ontstond al heel licht een glorieus gevoel: Morgen zijn we er al. De dag van de feesten brak aan.”
‘Meters kippenvel’
,,Met het hele team op de fiets en de rest lopend gingen we door de Belgische stad Zele waar het groot feest was. Jammer genoeg moeten de chauffeurs dit missen. Aan weerszijden van het plein stonden twee tribunes afgeladen met publiek. Toen we aan kwamen lopen scandeerde de hele tribune onze naam. Een geweldige ervaring. Meters kippenvel en betraande ogen. Hier kregen we echt vleugels van . Voorbij Zele hoefden we nog ‘maar’ 170 kilometer. Antwerpen, here we come!”
Hagelstenen
,,Vier uur later kwamen we aan in Antwerpen. De lucht was vol met bliksem. Wat een prachtig gezicht! Toen we de grens overstaken, ging het mis. Hagelstenen met soms wel drie centimeter in doorsnee vielen naar beneden en in vijf minuten tijd was de weg bezaaid met ijs. Twee lopers raakten gewond, maar de motivatie nam alleen maar toe. ‘We moesten door. We zouden ons niet klein laten krijgen!’ Het doel ‘zorgen voor mensen met kanker’ daar deden we het toch voor!? Dit beetje pijn kon er wel bij. Moe maar voldaan kwamen we aan in Bergen op Zoom. De feesten in Ossendrecht en Bergen op Zoom gaven het moraal een boost.”
Daniel den Hoed
,,Dat de laatste loodjes spreekwoordelijk het zwaarst wegen, ging voor ons niet op. We waren niet kapot te krijgen. Zelf het breken van een ketting sloeg ons niet uit het lood. Binnen vijf minuten hadden we een fiets uit het publiek geregeld. We moesten door! Na alle feesten in West-Brabant stond Klaaswaal te wachten waar we werden aangemoedigd door familie en vrienden. Dan na Barendrecht het zwaarste stuk: de Daniel den Hoed in Rotterdam. Elk teamlid weet het: hier doen we het voor. 24 tot op het bot gemotiveerde teamleden waren klaar voor de laatste vijf kilometer. Lopend en fietsend gingen we met een slakkengang langs de Daniel den Hoed. Personeel, patiënten en heel veel toeschouwers stonden ons daar aan te moedigen. Houd het dan maar eens droog.”
‘Missie volbracht!’
,,In trance gingen we naar het officiële eindpunt op het Wilhelminaplein. Moe maar voldaan vielen we huilend in elkaars armen. Missie volbracht! Drie jaar lang hebben we nu deze route gedaan. Drie verschillende jaren, maar drie jaar zó mooi en waardevol. Volgend jaar doen we weer mee, dan lopen we vanuit Hamburg.”