Het is zo ver. De tijd is gevlogen en we moeten naar de start. Elk jaar weer, is de start een emotioneel moment. Een bijzonder moment waarop wij stilstaan bij vreugd maar ook verdriet. Een moment waarop wij stilstaat bij diegenen die wij moeten missen, door een vreselijke ziekte: kanker. Een moment waarbij vele emoties samen komen. Het is een moment waarop ik voel dat tranen mij willen overvallen. Maar óók het moment waarop ik mij besef dat 520 kilometer lachen, gieren en brullen mij te wachten staan.
Terwijl Hans - loper én teamcaptain – klaarstaat aan de start beginnen mensen om mij heen af te tellen. De cijfers op de klok schieten razendsnel onder de 5 seconden. Ondertussen wordt er gelachen en gedanst door teams en vrijwilligers op Nederlandse dance hits. 3 – 2 – 1, daar gaan de lopers! Terwijl ik probeer mijn camera in de juiste positie te brengen om nog snel een mooie startfoto te maken, vliegt er confetti door de lucht.
Na een aantal uren wachten komt het team van Hans aangelopen op het wisselpunt. Het eerste gedeelte van onze shift is run-bike-run. Annelies mag onze shift aftrappen. Na een aantal wissels is het mijn beurt en ik stap van de fiets terwijl Mark nadert. Hij tikt me aan en ik begin te rennen. Al om mij heen kijkend, loop ik genietend door de uitgestrekte velden van Frankrijk. Wauw, wat een prachtig land is het ook.
Onze 2e shift gaat starten. Ik meen dat het rond half 1 ’s nachts is. Het is koud, heel koud kan ik je vertellen. En mijn ochtendhumeur – of eerder mijn ik word wakker humeur - heeft de overhand genomen. Het team komt aangelopen, we zeggen elkaar gedag en we vertrekken. Ik zal pogen om je uit te leggen hoe fantastisch de Roparun er deze nacht uitziet: een heldere, oneindig uitziende sterrenhemel strekt zich boven mij uit. Ik loop door een open veld door het glooiende landschap van Frankrijk. Roparunners dragen een hesje met rode lampjes, die de duisternis laten oplichten als kaarsen op een donkere kerstavond. Op zijn zachtst gezegd, is dit overweldigend mooi.
Een nieuwe dag is aangebroken. Wij houden inmiddels de dagen en uren niet meer uit elkaar. Het zonlicht geeft ons weer energie om met zó weinig slaap, deze inspanning te kunnen leveren. Het is mooi weer dit pinksterweekend. We hebben het getroffen, ondanks dat de nacht erg koud is geweest. Inmiddels beginnen de pijntjes op te komen. Vermoeidheid begint er langzaam in te hakken. We hebben nog een nacht te gaan.
Maar dan, Zele. Zele is jaar na jaar Roparun-stad van het jaar. Dat begrijp ik volkomen. Het is een lastig te verwoorden ervaring, welke je moet meemaken om te kunnen begrijpen. Zele, wat ben je toch fantastisch. Elk jaar lopen en fietsen wij als Steamwork 293 met het gehele team door Zele. Niemand mag dit missen. Terwijl ik samen met mijn team het dorp inloop, strekken kinderen hun kleine handjes door de hekken. Ik geef hen een high five, terwijl we door lopen. Jong en oud staat langs de kant om ons aan te moedigen. Zij staan te klappen. Voor ons. Kippenvel. Opwellende emoties. Tranen in de ogen. Dát is hoe Zele voelt.
De 2e nacht gaat van start, wat voelt het zwaar. Mijn spieren zijn stijf en ik voel me ineens 40 jaar ouder. We lopen allen een stuk moeilijker. Mijn lichaam werkt inmiddels als een oude Diesel die eerst op gang moet komen. De eerste stappen zijn het zwaarst. Hupsend kom ik op gang. Het is een lang donker bospad dat mij te wachten staat, zonder enige verlichting behalve die van ons. De buitenlucht voelt wederom erg koud en dringt door mijn dikke kleding. Terwijl ik na 100 meter alweer aan het opwarmen ben, probeer ik mij voor te stellen hoe koud onze fietsers het wel niet moeten hebben!
De laatste dag alweer, wat is het weer snel gegaan. De laatste steden waren weer fantastisch. Zoveel mensen die langs de weg om ons aan te moedigen. Mensen die roepen dat het zo geweldig goed is wat wij doen en ons feliciteren. Nu staan we met het hele team vlak voor Daniel den Hoed, we zijn er bijna. Er zijn meerdere redenen waarom dit een bijzonder moment is. Een daarvan is Daniel den Hoed, hier doen we het (onder anderen) voor. Én de laatste 5 kilometer fietsen wij samen, samen als team. Want ieder in ons team is even belangrijk. Onze lopers kunnen niet zonder onze chauffeurs, niet zonder onze verzorgers, maar ook niet zonder de fietsers. Dáárom finishen wij samen, hand in hand. Dáárom lopen wij sámen de Erasmusbrug tegemoet en delen wij sámen het emotionele moment waarbij wij finishen, waar wij beseffen het wederom geflikt te hebben.